Met Zijnsoriëntatie ga ik uit van Zijn. Als je Zijn ervaart, bijvoorbeeld door erop af te stemmen of er goed bij stil te staan, merk je dat Zijn totaal probleemloos is. Tegelijk is er niets dat niet Zijn is. Als je vanuit Zijn kijkt en ervaart, ervaar je wat eerder problematisch leek, niet als een probleem, maar als een hele, vrije en waardevolle situatie waarin jij ook heel en vrij bent en je kunt doen wat jij wilt.
Dat is prachtig, maar het ‘werkt’ alleen als je dit niet haastig probeert te doen. Als je er echt goed, vanuit Zijn bij stilgestaan hebt zou je kunnen zeggen: “Mijn problemen zijn Zijn!” Vanuit diepe ervaring is dat een transformerend inzicht. Maar je kunt dit niet als een sticker overal even snel op plakken, waarmee je jouw problemen blind omdoopt tot “ook Zijn”.
Door “Zijn” als een sticker te gebruiken, doe je precies het omgekeerde van hoe Zijnsoriëntatie bedoeld is. In plaats van Zijn als uitgangspunt te ervaren en daarbinnen naar ‘problemen’ te kijken, neem je dan je problemen als uitgangspunt, en die noem je dan “óók Zijn”. In plaats van je werkelijkheid in een Zijns-optiek te zien, zie je dan “Zijn” vanuit je dagelijkse, problematische optiek. Zo sla je het helemaal plat. Waarom zou je dat doen? Die verleiding treedt op als je je probleem zou willen rechtvaardigen: “Maar jij zegt toch dat alles Zijn is?” Zo geef je jezelf gelijk – en plak je jezelf nog meer vast aan je probleem.
Terwijl Zijn de mogelijkheid biedt om dwars door je problemen heen te kijken en die en jezelf als heel, vrij en open te ervaren, vraagt dit van je dat je je niet meer laat motiveren door je problemen, maar door liefde voor Zijn. Alléén als je Zijn op de eerste plaats wilt zetten en de discipline wilt opbrengen dat echt te doen, kunnen je problemen zich transformeren tot vrijheid. Dat is vrijheid om te doen wat jij wilt: er komt geen goede fee, zonder jouw wil werkt jouw leven niet.
Wat wel werkt is dat je Zijn voorop stelt, rust in Zijn en doet wat je wilt.